In de dood vind je vervulling, bij je buurman misschien de waarheid achter de liefde. Richard Strauss’ Vier letzte Lieder en Benjamin Brittens Cabaret Songs – postume pareltjes van twee van de grootste twintigste-eeuwse liedcomponisten – bezingen, elk op hun eigen manier, de grote vragen van het leven.In 1948, toen het puin van de wereldbrand nog nasmeulde, zette Strauss voor zijn zwanenzang drie gedichten van Hermann Hesse en een van Joseph von Eichendorff op toon. Het zijn liederen die met dromerige lyriek troost vinden in de onherroepelijke cycliciteit van de natuur en ons geruststellen: wat als de dood nu eens rust brengt?   Strauss’ melancholieke laat-romantiek staat haaks op de wit and charm van Benjamin Brittens vooroorlogse Cabaret Songs. ‘Tell me the Truth About Love’, ‘Funeral Blues’, ‘Johnny’ en ‘Calypso’, allemaal op gedichten van zijn goede vriend W.H. Auden, laten met hun geestige, jazzy ondertoon een heel andere facet horen van de componist van wie we dit seizoen ook de opera The Turn of the Screw brengen.Sopraan Lenneke Ruiten zingt na onvergetelijke passages in onder meer Les Huguenots en Bastarda nu voor het eerst een recital op ons podium. Aan de piano begeleid door Thom Janssen brengt ze een rijkgevulde avond vol contrasten, die u helemaal onderdompelt in de poëzie van het lied.