Foto: Luster Uitgeverij

19.04.2019

Room of Imaginary Creatures. Een interview met Hendrik Willemyns

Met Birdsong en Room of Imaginary Creatures waagt duivel-doet-al Hendrik Willemyns, bekend van de band Arsenal en het boekenprogramma Paper Trails, zich respectievelijk aan een film in concertvorm én muziek in poëzievorm. Centraal thema in deze cross-over projecten staat het beeld van de muzikant als prostitué. Voor dit bijzondere project ging Poëzie-Centraal graag bij Hendrik Willemyns op bezoek en stelde hem een paar vragen:

P-C: In Room of imaginary creatures wordt een poëtische onderzoek uitgevoerd naar het beeld van de muzikant als prostitué. Het thema van prostitutie in de muziek en in de poëzie is op zich niet nieuw, maar muzikanten vergelijken met prostitués daar ken ik niet zo direct voorbeelden van. Vanwaar deze ongewone vergelijking?

HW: 5 jaar geleden hield ik samen met een Amerikaanse muzikant, Johnny Whitney van de band The Blood Brothers, een briefwisseling waarin we fantaseerden over muziek en muzikanten in de vorm van kortverhalen die we naar elkaar schreven. Uit één van die kortverhalen is Dance Dance Dance, mijn vorige film, gegroeid. Alle verhalen gingen over ‘de donkere kant van muziek’ als een waarschuwing. Muzikanten kozen voor muziek en belandden in de goot of pleegden zelfmoord. In die tijd en door het lezen van Chika Unigwe’s boek On Black Sister’ street, waarin ze beschrijft hoe Nigeriaanse meisjes in de Antwerpse prostitutie terecht komen, schreef ik een kortverhaal over een muzikant die kiest voor muziek maar in de prostitutie terecht komt. Daaruit is Birdsong, mijn laatste film, voortgekomen. Maar de term prostituee gebruik ik niet enkel negatief, al ben ik wel zo begonnen. Een prostituee is ook iemand die een intieme connectie maakt met een andere persoon… voor geld. Dat doet een muzikant ook. Een therapeut ook… Een dichter ook.

P-C: Wil je met deze bloemlezing enkel een artistiek statement maken over de positie van de muzikant, of wil je ook een ruimere maatschappelijke boodschap mee geven? De wereld die zich vergaloppeert aan consumentisme?

HW: Nee, ik wil hiermee geen statement maken. Stort de muziek-business in elkaar? Gaat de muzikant vervellen tot prostituee? Dan is dat maar zo. Het zegt veel over de DNA van onze maatschappij dat we zo’n negatief beeld van prostitutie hebben. Mijn doel met het boek en de film was vooral een zoektocht naar een antwoord op de vraag ‘wat is muziek?’. Ik heb het gevoel dat die vraag even belangrijk is als de grote vraag ‘wat is zwaartekracht?’.

P-C: Tegelijk met de bloemlezing verschijnt ook een nieuwe film, Birdsong. Hoe worden de gedichten geïntegreerd in de film?

HW: Met het boek en de film maak ik een vergelijking tussen muziek en sex. In het boek laat ik seksuele partners opdraven als poëtische metaforen, voornamelijk uit de dierenwereld. In de film visualiseer ik muzikale creaties als dieren. Dus muziek wordt dier en sex wordt dier. Naar gelang de film vordert en de link tussen muziek en sex ‘intiemer’ wordt, worden de muzikale dieren seksueler en werkelijker om uiteindelijk een moord te plegen. Sommige van die dieren komen letterlijk uit het boek.

P-C: In de bloemlezing staan er heel wat internationale muzikanten en dichters (de betreurde Grant Hart, C. Unigwe, …). Artiesten van vandaag, maar evenzeer de Geisha-dichteres Tsu Ye uit de 3e eeuw.  Hoe heb je deze bloemlezing samengesteld?

HW: Veel van die mensen ken ik persoonlijk dankzij mijn band Arsenal, of dankzij mijn TV-programma ‘Paper Trails’ maar toch was het geen makkelijk proces. Hoe leg je uit in een email aan een muzikant dat je hem een prostituee vindt en dat hij die rol moet aannemen in een gedicht? Zo is de titel van het boek ‘Room of Imaginary creatures’ er gekomen nadat ik merkte dat mijn emails met als titel ‘Whore-poetry’ moeilijk beantwoord werden. ‘Als ik een titel neem die refereert aan een boek van Borges (Book of Imaginary beings) zullen mensen misschien minder argwanend zijn’ dacht ik. En dat werkte!

P-C: De voorbije jaren is er nogal wat te doen geweest over de vraag of ‘songteksten’ ‘gedichten’ zijn. Het Nobelprijscomité stak het vuur aan de lont door de Nobelprijs Literatuur aan Bob Dylan te geven, maar ook in het Nederlandstalig taalgebied woedt de discussie volop. Ook u laat de schotten tussen beide genres weg in deze bloemlezing. Zijn muziekteksten per definitie poëzie volgens u?

HW: Songteksten zijn halve gedichten. Ze hebben muziek nodig, gedichten niet, daar zit de muziek erin. Net zoals film-muziek muziek is die best werkt met beeld. Ik ben nooit echt onder de indruk geweest van de Nobelprijs van Literatuur. Maar aan de andere kant er is geen enkele schrijver die het Nobelprijs-comité kon benoemen waarover meer zou gepraat worden dan Bob Dylan. Wat verschillende zaken kan betekenen: Er gebeurt niet veel interessants in de literatuur-wereld? Of bij de Nobelprijs zijn ze meer met marketing bezig? Wat mij betreft geven ze de Nobelprijs Literatuur volgende keer aan de scenaristen van Game of Thrones, dan zal er terug over gesproken worden en het is even onzinnig want scenario’s verschillen evenveel van literatuur als songteksten van gedichten.

Nieuwsgierig geworden? Dan hebben we heel goed nieuws. Wij mogen namelijk 2 duo-tickets weggeven voor de avant-première van deze voorstelling op 24 april in het Zuiderpershuis in Antwerpen. Hoe kan je winnen? Gewoon een mailtje sturen naar bibliotheek@poeziecentrum.be met het antwoord op de vraag: in wiens sporen reisde Hendrik Willemyns in de eerste aflevering van 'Paper Trails'?

'Room of imaginary Creatures' verschijnt binnenkort bij Uitgeverij Luster en telt 228 pagina's. The soundtrack van de film Birdsong zal enkel via het boek toegankelijk zijn.

Tags: Interview