Wat, wie, hoe? Duik dieper in de wonderbare wereld van het surrealisme. Je krijgt eerst een inleidend kader over het surrealisme in de literatuur. In de volgende sessie gaan we samen aan de slag. We lezen en bespreken een selectie betekenisvolle fragmenten, die zo geleidelijk aan hun mysterieuze kern blootgeven. Vandaag kennen we het surrealisme vooral als een stroming binnen de beeldende kunsten, maar in wekelijkheid waren het vooral schrijvers die de beweging honderd jaar geleden op de kaart zetten. Het eeuwfeest van het surrealisme is dan ook een uitstekende gelegenheid om stil te staan bij de vaak onterecht vergeten surrealistische literatuur! We situeren het surrealisme eerst in de Franse literatuurgeschiedenis (die de surrealisten op verrassende wijze mee vorm gaven), met aandacht voor illustere voorlopers als Arthur Rimbaud, Lautréamont, Pierre Reverdy en Apollinaire. Dan gaan we in op enkele thema’s uit het eerste Surrealistische Manifest (1924): wat is ‘automatisch schrijven,’ en wie of wat schrijft er daar precies? Waarom zijn de surrealisten tegen de roman, maar voor de poëzie? Welke rol speelt de droom in de surrealistische literatuur? En gaat het nu om literatuur of anti-literatuur? Vervolgens lezen en bespreken we samen enkele fragmenten in de verschillende genres die de surrealisten beoefenden: het pamflet, het prozagedicht, de roman (dan toch?), en niet te vergeten: de liefdespoëzie. Auteurs die aan bod komen zijn, onder meer: André Breton (de ‘paus’ van het surrealisme), Louis Aragon (de ‘boer van Parijs’), Robert Desnos (die slapend schreef) en Paul Éluard (de dichter van het verzet). We lezen alles in Nederlandse vertaling.  

Begeleiders: Lieven De Maeyer