Foto: The Courage to Grow Old
Bie Hinnekint heeft twee dominante genen : een sociaal gen en een artistiek gen, ze studeerde af als Master Agogiek aan Ugent en kunstenaar aan SASK-Deinze. Sedert 2000 is ze in de wereld van oudere mensen gedoken en ontwerpt daar verbindende sociaal-artistieke projecten, zowel vanuit haar functie als ambtenaar bij Stad Gent Departement Ouderenzorg als haar eigen beweging The Courage to Grow Old.
DEMO-MEMO bedacht ze in 2015 als een filosofisch-artistiek project, geïnspireerd op haar beleving van mensen met dementie, contacten met het project “ Museum Marino Marini” in Firenze en "Het Dagboek van de Huisarts" van Dr. Stan Liekens.
DEMO-MEMO veegt het verliesmodel van dementie radicaal uit om plaats te maken voor een andere beleving van dementie. De situatie van mensen met dementie wordt altijd gedefinieerd vanuit het verlies van vaardigheden, voornamelijk het aspect van het falend geheugen. The Courage to Grow Old beoogt een andere visie. Dementie is een proces van ‘bewustzijnsinvolutie’: dat wil zeggen een terugkeer naar een meer elementaire toestand waarin betekenisgeving langzaam verdwijnt en een maagdelijke vorm van ‘ervaring’ op de voorgrond treedt.
Poëzie-Centraal kon Bie Hinnekint strikken voor een paar vraagjes over dit bijzondere project.
P-C: DEMO-MEMO is een heel bijzonder project rond beeldende kunst, poëzie en dementie. Wat houdt het project precies in?
BH: Wat iemand met dementie denkt, is meer waard dan we vermoeden. Het "ommekeerproces" van dementie, dat wordt gezien als een verlies voor de omgeving, verdient onze volle aandacht en moet op een directe manier worden aanschouwd zoals een kunstwerk en niet zo nodig ‘begrepen’. Door mensen met dementie aan het woord te laten en hun woorden exact te noteren, komt hun ervaring van het kunstwerk in beeld. Dat leidt bij de naasten tot een andere beleving van dementie. In groep leidt het tot gedeelde ervaring en waardering. En in groep mag iemand ook zwijgen en zitten bij kunst.
P-C: Hoe ziet een namiddag DEMO-MEMO in het S.M.A.K. er precies uit?
BH: De deelnemers nemen in duo plaats bij het kunstwerk en vertellen wat ze denken bij het kunstwerk. De anderen zitten achter hun partner en luisteren en observeren wat hun partner zegt en doet. Alles kan en mag gezegd worden, niets is fout.
Een gids in het S.M.A.K, fungeert bij DEMO-MEMO als scriptor en schrijft elk woord letterlijk op. Daarna vorm ik de woorden en zinnen tot een gedicht. Het zijn de woorden van de deelnemers. DEMO-MEMO poëzie is een gesamtkunstwerk.
Aan het eind van elke DEMO-MEMO bij het kunstwerk lees ik het gedicht voor. De deelnemers krijgen hun woorden terug en dat is fantastisch om te zien, die gedeelde herkenning en energie wanneer het goed zit.
Sedert 2018 neemt muzikant Johan Derijcke ook deel aan elke DEMO-MEMO. De muziek wordt intuïtief gekozen, rekening houdend met de deelnemers, de dag, de kunst, de groepssfeer,… en zo zit de muzikaliteit van poëzie ook letterlijk in DEMO-MEMO.
P-C: Worden de kunstwerken waarover gepraat en gefilosofeerd wordt van tevoren uitgekozen of wordt er op het moment zelf beslist naargelang de voorkeur van de deelnemers van de workshop?
BH: Voor elke DEMO-MEMO kies ik vooraf twee kunstwerken uit de tentoonstelling. Op de namiddag zelf wandel ik nog graag even rond om het museum en de kunstwerken op dat moment aan te voelen . De kunstwerken kies ik volgens persoonlijke criteria. Dat kan een installatie, sculptuur, schilderij, mixed-media… zijn. Het werk mag vooral niet te figuratief zijn of in één dominante betekenisrichting gaan. Ik kies kunstwerken die inviteren tot het openen van divergente denkpatronen, in DEMO-MEMO is elke gedachte 'juist'.
Het gaat om het kunstwerk èn het museum als plek. Je moet rekening houden met verschillende aspecten. In de ruimte mag bijvoorbeeld niet te veel geluid aanwezig zijn, dat leidt sommige mensen af, of teveel tegelijk te zien zijn. De erfgoedbewakers en het ganse S.M.A.K-team is zo ondersteunend voor DEMO-MEMO dat het een plezier is hier telkens terug te komen. Soms wordt zelfs het geluid van het naburige installatie uitgezet. Ook moet er voldoende plaats zijn om in alle rust te kunnen zitten kijken.
P-C: Hoe start je een gesprek met een (jong)dementerende over kunst?
DEMO-MEMO is geen gesprek over kunst, we zijn getuige van de gedachten van een mens met dementie bij een kunstwerk. Kunst en dementie, twee bewegingen in de richting van de existentie, zoals Wittgenstein stelde, “waar we niet over kunnen spreken” daarvoor is een rechtstreekse beleving nodig, waarbij fictie en betekenisgeving achterwege gelaten worden, geen ‘intelligent - corticaal’ gesprek.
Gewoon samen bij een kunstwerk zitten kijken en vragen wat je partner, vriend met dementie denkt, dat opschrijven en teruggeven. Daarvoor beweeg je je als naaste in de leefwereld en het denken van de persoon met dementie, je probeert hem of haar niet terug te trekken in onze ‘wereldsheid’.
Je moet ook veel tijd geven, en soms is het voldoende om te zeggen “ik zie dat je veel gedachten hebt en dat je ze niet kan zeggen. Dat is ook goed.”
P-C: Typische voor (jong-)dementie is het verlies van taal. Hoe slagen jullie er desondanks toch in om de “vertaling” van beeldende kunst naar “poëzie” te maken? Wordt er rekening gehouden met vormelijke of inhoudelijke aspecten?
BH:
Je zou ervan opkijken wat iemand met dementie verwoordt bij kunst. Er zijn veel verschillende fases en verschijningsvormen bij dementie. Soms spreekt iemand niet en zegt dan na lang wachten één zin, die zo krachtig is, dat het ons omverblaast, bijvoorbeeld laatst bij een werk van Burssens.
Ik weet niet of jullie de DEMO-MEMO gedichten als poëzie beschouwen, de gedichten maak ik met de woorden en zinnen van de deelnemers in de ‘open zee van het museum’. Met mijn beleven van de groep, wat er is gebeurd en gezegd… maak ik een creatie die ik DEMO-MEMO-poëzie noem. Achteraf maak ik er een grafisch gedicht van of soms een bewegend gedicht zoals Tonnus Oosterhof.
Vormelijke aspecten gebruik ik zelden, ik ben geen "geoefend" dichter. Ik ben opgegroeid met Annie M.G. Schmidt en Paul Van Ostaijen, ik houd van letters en woorden. Wat de mensen met dementie denken, leidt mij om het gedicht te maken, wanneer dat een rijmvorm is, zal ik die gebruiken. De klank is belangrijk.
P-C: Ondertussen zijn er al een aantal workshops achter de rug. Hoe zijn de ervaringen van de deelnemers? Komen sommigen nog terug voor een tweede sessie?
BH: Ja inderdaad, sommige duo’s komen terug en ook de groep van het Ventiel heeft al een paar keer opnieuw DEMO-MEMO-poëzie gemaakt. Mensen komen soms van ver en maken een daguitstap, bijvoorbeeld van Leuven of onlangs uit Huize Perrekes, een unieke woongemeenschap met mensen met dementie in Geel.
Iedereen gaat met energie en blij naar huis. Sommige mensen met dementie komen ons zeggen “Het is fantastisch, hier wordt naar ons geluisterd” en “ik dacht dat we vooral gingen kijken, maar we mochten zelf creëren”. Ook medewerkers van woonzorgcentra hebben me verteld dat het zo een deugddoende ervaring was, ook voor zichzelf.
Onlangs schreef Nikkie Steyaert van de redactie van tijdschrift Still een reportage over DEMO-MEMO en ze sprak na afloop met de deelnemers. Iemand zei toen dat hij blij was dat alles was vastgelegd in twee gedichten. “Mijn echtgenote is ondertussen het meeste al vergeten, maar haar woorden zijn niet verloren. We hebben door de gedichten een aandenken aan deze dag, dat is heel fijn.”
De mensen van S.M.A.K. zijn zo dienstbaar en open van geest en het museum is een fantastisch inspirerende en gastvrije plek, daarom ook de keuze om DEMO-MEMO in de open zee van het museum te laten plaatsvinden, tussen alle mensen die in er rondlopen.
P-C: Gebeurt er achteraf nog iets met de gedichten die de deelnemers gemaakt hebben?
BH: Zoals ik hiervoor zei, lees ik aan het eind van elke DEMO-MEMO bij het kunstwerk het gedicht voor. De deelnemers krijgen hun woorden terug en dat is fantastisch om te zien, die gedeelde herkenning en tevredenheid wanneer het goed zit.
Volgend weekend, op 24-25 en 26 mei 2019 exposeer ik enkele DEMO-MEMOgedichten in “Artsène’ een eenmalig gelegenheids kunstproject in Gent naast de WEBA-site. Welkom! https://artsène.be
Het S.M.AK. heeft de eerste editie van de gedichten in een publicatie gedrukt die er te koop is voor 5 euro.
Alle DEMO-MEMO gedichten zijn te zien op mijn blog https://biehinnekint.tumblr.com
en die van 2018 op www.DEMO-MEMO.net Vandaag bestaat de DEMO-MEMO poëzie-collectie uit 38 gedichten. En...op zaterdagnamiddag 30 november is er de DEMO-MEMO Happening in S.M.A.K.
P-C: Deze workshops zijn een initiatief van de organisatie The Courage to Grow Old. Richt die organisatie zich uitsluitend op (jong)dementerende mensen of is jullie doelgroep ruimer. Werken jullie behalve met het S.M.AK. ook nog samen met andere musea en organisaties?
The Courage to Grow Old onderzoekt en creëert op artistieke wijze diverse beeldvorming met en van ouderen. DEMO-MEMO is één van de projecten. The Courage to grow Old is beweeglijk, werkte samen met Mediaraven, Stedelijke Kunstacademie en OCMW & Stad Deinze, Federatie Onafhankelijke Senioren, Kopergieterij en nu is er een project met Young Artists in Residence in ouderen(zorg)contexten in wording. De Koning Boudewijnstichting en Belgacom Foundation steunden projecten.
Interviews over ‘ouderdom’ met Motte Claus, Jan Hoet, Koenraad Tinel, Rocco Granata en Tine Ruysschaert vormden de start van het hele project. Je kan die nog steeds bekijken op http://www.the-courage-to-grow-old.eu
Ook interesse om een sessie van DEMO-MEMO bij te wonen? De volgende samenkomstdata zijn:
woensdagnamiddag 29 mei
Zaterdagnamiddag 22 juni
woensdagnamiddag 18 september
zaterdagnamiddag 30 november DEMO-MEMO happening
Locatie: S.M.A.K.
Uur: 14u30 tot 16u00
Reservatie: telefonisch op +32 (0)9 240 76 01 of reservation@smak.be
De publicatie Ziende dat beeld, is verkrijgbaar in de bookshop van S.M.A.K. en kost € 5
Eerste toonmoment van DEMO-MEMO-poëzie: op 24-25 en 26 mei 2019 in “Artsène’ een eenmalig gelegenheids kunstproject in Gent naast de WEBA-site. https://artsène.be en op 30 november 2019 is er een DEMO-MEMO Happening in het S.M.A.K. zelf.