Foto: Johan De Vos, schrijvend in Zwitserland - Miek Debrabandere
Voor vele mensen is de zomer synoniem van vakantie, terrasjes, reizen, … Zou dat voor dichters ook zo zijn of is de zomer voor hen net een druk seizoen met festivals en optredens? In de reeks “De zomer van …” vraagt Poëzie-Centraal tijdens de maand augustus een aantal dichters naar hun zomer-activiteiten.
Vandaag is het de beurt aan Johan De Vos. Johan De Vos debuteerde in 2013 met de bundel Zoet als appel geurt je hand op mijn gezicht, een meertalige dichtbundel. Van 1996 tot 2012 was hij redacteur van het tijdschrift Vorm, Filosofie en Gaga en momenteel zit hij in de redactie van Akrostis, een tweetalig tijdschrift (Turks/Nederlands) voor literatuur kunst en cultuur.
[Poëzie laat zich niet dwingen, dichters ook niet. Johan De Vos beantwoordde de Zomer-vragen van Poëzie-Centraal met een beschouwende tekst, waarin ook gedichten en vertalingen van zijn hand verwerkt zijn. De tekst wordt hieronder onverkort weergegeven]
De zomer was groot. In Berner Oberland inspireerde Goethes dagboek van zijn eerste reis door Zwitserland in 1775 mij tot een dagelijks gedicht, waarin ik de grootheid van de natuur probeerde uit te drukken. Goethe maakte tekeningen om aandachtig te kunnen kijken. Ik maakte foto’s met mijn gsm. Goethe trok te voet van Zürich naar de Gotthard. Wij mochten de gletsjer van de Scheideregg beschouwen. De gedichten noemde ik ‘Zwitsers intermezzo’.
Staande voor
De gletsjer
Een eeuwenoud
Beschouwen
Bij avond
Versluieren
Donkere wolken
De berg
Naderende
bliksemflitsen en
Suizende wind
door het dal
O grootheid van de natuur
Bij mijn terugkeer wijdde ik mij aan de studie van de in 1915 vermoorde Armeense dichter Daniel Varoujan. Voor mij was het zo verwonderlijk dat deze Armeense dichter op een magistrale wijze zijn geboortegrond in Anatolië heeft bezongen. En dat een andere dichter dan een Turkse het Anatolische landschap en de mensen die er het land volgens aloude tradities bewerkten, tot het zijne heeft kunnen rekenen. Ik las Le chant du pain en vertaalde uit het Frans een van zijn gedichten. Hieronder een fragment:
O hooizolders, wij komen eraan;
we komen van het land:
onze liederen zingen over de hoop.
Moge een nieuwe zon je donkere muren
verlichten!
Moge de maan je krochten helder maken!
O hooizolders, wij komen eraan,
met onze armen vol hooi,
met onze armen vol stro
doordrenkt van de geur van tijm.
Wanneer je in Le chant du pain (Zang van het brood) leest, kom je terecht in een roes. Je bevindt je in een vruchtbare Anatolische vlakte omringd door bergen, met klaterende beken en watervallen. Het lijkt wel het Aards paradijs, bevolkt door herders en landbouwers en bezaaid met bloemen. De gedichten zorgen voor een grote ontvankelijkheid voor natuurindrukken. Tijdens mijn lectuur van deze gedichten begon het in volle droge zomer ineens hevig te regenen:
O weldaad van de regen
Door donkere luchten
Aangekondigd
En geroffel van tribale drums
Zachte regen
Je voert me mee
Naar mijn kindertijd
Treurig kijkend
Door het raam
Weldaad voor de geest
Die mijn ziel reinigt
O heerlijke, van licht
Zwangere zomerregen
In de Gentse Feesten trad de 71-jarige legendarische protestzangeres Selda Baǧcan op. De Turkse Maria Farantouri. Haar uitstraling was groots. Ze liet zoveel indruk op mij na dat ik een van haar protestliederen vertaalde uit het Turks.
Poëzie vertalen is als een landschap tekenen. Het vraagt een grote inleving in de materie.
Yaz gazeteci yaz
Schrijf journalisten, schrijf
In godsnaam journalisten kom naar ons dorp en schrijf over onze situatie
Schrijf niet over de vingers met nagellak die je ziet in de stad
Schrijf over de handen met eelt in onze dorpen
Schrijf journalisten, schrijf
Schrijf niet over de bankiers, de mannen met geld
Loop niet in hun val
Schrijf niet over het asfalt in de steden
Schrijf over de paden in ons dorp en hoe de ezels er niet doorkomen
Schrijf niet over de verstikkende taal van de roem
Schrijf niet over de rozen in je tuin
Schrijf niet over de jonge handen die hebben gedood op plaatsen waar het recht niet heerst
Schrijf over zij die in het oosten sterven zonder dokter
Schrijf journalisten, schrijf.
Op zondag 11 augustus trad ik samen met Studio Rinkelsteeltje op tijdens de Patersholfeesten. Met Wim De Winter bracht ik enkele van mijn Arabische visioenen. Afwisselend door Wim gezongen en door mij gelezen:
Ik droom van lanen in Dimashq
en van Masqat
de hoofdstad van Oman
jasmijn in de zomer
bij nacht de koele maan