Foto: Archief Paula D'haen

22.10.2019

Interview met Paula D'haen over haar zus Christine

Op 26 oktober 2019 vindt een herdenking plaats op begraafplaats Campo Santo naar aanleiding van de tiende overlijdensverjaardag van Christine D'haen. Tijdens die herdenking zal een kleine tentoonstelling te zien zijn in de kapel van Campo Santo. Poëziecentrum stelt ook een digitale tentoonstelling samen op Paukeslag.

In aanloop naar die tentoonstellingen, nam Paul De Loore van het Beschermcomité Campo Santo in september 2019 een kort interview af van Paula D'haen, zus van Christine D'haen.

PDL: Hoe was Christine als kind? Uit haar autobiografisch proza komt ze naar voren als een nogal gesloten kind, dat weinig voeling had met haar huisgenoten. Ze groeide op in een gezin met vier meisjes en een inwonende grootmoeder. Behalve de vader, alleen vrouwen dus. Hoe gingen jullie als kinderen en opgroeiende meisjes met elkaar om?

PDH: Ja, het was een kippenhok met één haan en zes vrouwen:vader (december 1896 – maart 1996) de Haan; de Kippen: moeder (1894 - 1992), grootmoeder (1866 - 1953, moeder van vader), Christine (1923 - 2009), Elsa (1926 - 2013), Paula (°1928), Suzanne (1930 - 2007). Het waren luidruchtige kakelende kippen.

PDL: Het milieu dat zij beschrijft is zeer katholiek en kleinburgerlijk. Seksualiteit kwam niet ter sprake. Jongens kwamen niet over de vloer. Naakt en lichamelijkheid waren taboe. Ze blijkt dat als zeer beklemmend te hebben ervaren. Klopt het beeld dat zij van haar opvoeding geeft?

PDH: De persoonsbeschrijving van en door Christine in “Zwarte Sneeuw” is wel juist

PDL: Hoe gedroeg Christine zich als kind t.o.v. haar zussen? Was ze speels, vrolijk, levendig of eerder somber van natuur, gesloten en teruggetrokken?

PDH: Christine leefde in “hogere sferen”. Speelde zelden met ons. Met Elsa kon zij zich verdiepen in “het best” tekenen of schilderen naar de natuur vb. een bloem, vaas of koffiekan.

PDL: Waren er openlijke conflicten in het gezin? Bv. met de ouders? Waarover?

PDH: Er waren conflicten zoals in de meeste gezinnen in die tijd. Vaak om bagatellen. Soms door weerspannigheid betreffende “gehoorzaamheid”, ”hulp in gezin”, “het moeten naar de mis gaan op bepaald uur”.

PDL: Wat deden jullie samen? Gingen jullie met het gezin op reis, op vakantie? Waren er familiebezoeken, feestjes, etentjes, vriendenbezoek,…? Waren er veel boeken in huis? Huisdieren? Werd er gemusiceerd? Handwerk?  Gingen jullie naar concerten, toneel? Waren jullie lid van een vereniging? Jeugdbeweging? Parochiaal leven?

PDH: We speelden in de tuin of  gezelschapspelen rond de tafel: kaarten, ganzenspel, pietjesbak, etc. Zo lang mogelijk zoeken naar persoonsvoornamen beginnende met een letter, vb. Piet, Paul, Petrus, Pascal.Of namen van bekende personen: Bach, Beethoven, Buysse, Bredero; of naam beginnend met de laatste letter van vorige naam van bekende personen: Claes, Streuvels, Schubert, Tinel. Meestal werd er zonder Christine gespeeld, die op haar kamer zat te studeren of te lezen. We waren allemaal lezers en hadden ons eigen kamer-bibliotheek-dagboek.

Ik herinner mij  kippen en een Engels haantje, achteraan  in de tuin, tot ze allemaal opgegeten werden. Eens een wit Angora konijn, lievelingsbeestje van Suzanne. Zijdewormen waar mijn moeder een studie van aanlegde en van de zijde strengen maakte (die zijn gegeven aan Schoolmuseum Thiery), en er was steeds één kat (tegen de muizen). Later was er ook een schildpad die ik heb overgenomen.

We hadden elk ons vriendinnengroepje. We mochten die laten komen om te spelen en mee te zitten aan de koffietafel.

Er was vaak familiebezoek, soms met overnachting.

Slechts Suzanne en ik zijn in jeugdbewegingen geweest: eerst De Eucharistie van priester Poppe, voorbereiding tot “Plechtige communie”, vervolgens VP (Vacantie Patronaat), eerst als lid, later als leidster; VKSJ (Vereniging Katholieke Studerende Jeugd).

We waren allen muziekliefhebbers van klassieke muziek. Elsa en ik gingen vaak naar concerten.

PDL: Hoe was jullie vader? Moeder? Grootmoeder?

PDH: Vader was ‘de haan’, de gezagvoerder; moeder de plichtsgetrouwe, bezorgde huismoeder; grootmoeder een stille, wijze vrouw. Mijn moeder was in het ”Naaiclubje” van de Pastorie. Zij was ook knap in allerlei handwerk, van kousen stoppen-breien, haakwerk naar fijn borduurwerk, frivolité, tot broderie Copte. Ook grootmoeder was een ijverige “kunstbrei”maakster.

Mijn vader was in de Kerkraad en tal van verenigingen, zoals Davidsfonds, Teleonthaal, RK. etc ,etc. Hij was tijdens zijn school-verlofdagen de “klusjesman”.

Toen Elsa naar het conservatorium ging, speelde ze met  ons moeder vierhandig klavier. Ook gaven zij op een huisfeestje een vrolijke toon.

PDL: Was Christine een goede, voorbeeldige leerling? Waar ging ze naar de lagere school? Visitatie van Sint-Amandsberg? Op het H.-Hart?

PDH: Op de lagere school, O.L.V.-Visitatie H.-Hart was Christine een voorbeeldige studente met schitterende rapporten, al was ze veel afwezig en meer verdiept in hààr boeken dan in de lessen. Ze was de lievelingsleerlinge van juffrouw Jeanne, die vaak tegen mij zei: ”gij zijt geen Christientje!”

PDL: Hoe was haar schooltijd op Sint-Bavo?  Ze schrijft over haar bewondering en (platonische) liefde voor een aantal medeleerlingen en leraressen, o.m. juffrouw De Wit. Weet je daar meer over?

PDH: Naar St.Baafsinstituut ging ze graag. Zoals zij beschreef, had ze daar vriendinnen - klasgenoten en – leerkrachten. Van haar vriendin Rosa kreeg ik de 8 delen ”Zeisels en Vertellingen” van Leroy als de eerste boeken van mijn bibliotheek.

PDL: Schreef Christine al als kind? Als puber? Hoe wisten jullie dat ze dichteres was? Werd er over (haar) literatuur gesproken in huis? Hoe stonden jullie ouders daar tegenover?

PDH: Ja, Christine schreef vroeg; zo maakte zij haar eigen gedichtje voor haar Plechtige Communie. De ouders waren sceptisch voor haar gewrochten. Enerzijds waren ze fier en anderzijds vonden ze het een oorzaak van haar onhandigheid. Wij vonden dat Christine omwille van haar dichterschap veel voorrechten kreeg en vrijstelling van karweien, maar hadden toch bewondering voor haar ijver.

PDL: Hoe waren de contacten toen Christine studeerde in Gent, Amsterdam, Edinburgh, ….? Wat weet je over haar studentenleven? Relaties met mannen?

PDH: Over haar leven in het buitenland heb ik weinig weet. Ze heeft vele en langdurige hartelijke vriendschappen gehad met vrouwen en mannen die ze soms bij ons thuis ontving. Ze was studente tussen studenten en deed mee aan fuifjes en toneelspelen.

PDL: Hoe waren de contacten met Christine na haar huwelijk? Toen ze moeder werd? Later toen ze in Brugge ging wonen? Hadden jullie vaak en warme contacten of was ze eerder afstandelijk?

PDH: De contacten met gans het gezin Beelaert waren hartelijk. Christine en de kinderen stuurden vaak reiskaarten, door Christine volgeschreven met de beschrijving van wat op de kaart staat(!) en wat zij gezien hadden. Er was regelmatig briefwisseling en onregelmatig wederkerig bezoek.

[Foto Archief Paula D'haen: Eerste Communie Elsa D'haen: v.l.n.r. Paula, Elsa, Suzanne en Christine, 15 mei 1932 ]

Tags: Interview