Foto: Archief auteur

14.05.2020

Aanstekelijke hoop: de lockdown van ... Ann Van Dessel

[...]
Ik ben besmet met poëzie.
Onder mijn vingers broeit een lichte koorts,
waarmee ik je graag aan wil steken,
zo, met liefkozende lippen.

uit 'Een aanstekelijke hoop' - Carl Norac, 2e gedicht Dichter des Vaderlands  
Vertaling: Katelijne De Vuyst

De Corona-crisis stelt ons als maatschappij en als individu voor grote uitdagingen: Hoe organiseer ik mijn thuiswerk? Wat als ik economisch werkloos word? Hoe zorg ik voor een zinvolle tijdsbesteding voor mijn kinderen? Wat met vrienden en familieleden, ...

Ook dichters zijn mensen wier leven in een nieuwe realiteit is terecht gekomen. Wij vroegen een aantal van hen hoe zij dit alles ervaren. Aanstekelijke hoop wordt een serie met elke werkdag een aflevering. Een kort gesprek over de al dan niet poëtische werkelijkheid van vandaag.

Vandaag neme we een kijkje bij Aan Van Dessel. Zij is dichter en schrijfdocent aan de Stedelijke Academie in Lier.
In 2012 verscheen haar poëziedebuut Een kei in duren. In 2017 volgde Toverstroming. Samen met collega-dichters Hilde Pinnoo, Erwin Steyaert, Hilde Van Cauteren en Daniel Billiet schreef zij Een kier in het rumoer: handleiding voor het betrappen van stilte en Lopen op los zand: gedichten om kanker neer te schrijven (allemaal verschenen bij Uitgeverij P). Ze is ook een van de Dichters van Wacht, een initiatief van Verb(l)ind opgestart om eenzaamheid te doorbreken in coronatijden.

 

P-C: Als je naast schrijven nog andere (beroeps)activiteiten hebt, dan moet je die wellicht nu reorganiseren. Welke impact heeft de huidige situatie op jouw werk?

AVD: Ik schrijf aan een tafeltje in de tuin of aan een nog kleiner tafeltje in de keuken met uitzicht op de tuin en op de witte seringen van de buren. In de eerste lockdownweken liet ik viooltjes bezorgen. Die tieren ondertussen weelderig in enkele grote potten op het terras. Bij het schrijven valt mijn blik graag stil op de vriendelijke gezichtjes van viooltjes. Meestal schrijf ik eerst met potlood in een kladschrift. Dat houdt mij dichter bij mijn buik én het maakt me mobieler. Maar al na enkele verzen neem ik de laptop erbij. Dan moet ik de schaduw en de nabijheid van mijn modem opzoeken. Ik heb er ook graag een flinke mok kruidenthee bij. Die ik naar alle waarschijnlijkheid voor de helft koud laat worden. Over de noodzaak van chocolade hebben we het nu even niet.  

P-C: Heb je nu meer tijd om te schrijven?

Misschien heb ik inderdaad meer schrijftijd. Dat betekent echter niet dat mijn schrijfrendement hoger ligt. Ik geniet enorm van de rust, de stilte, de vertraging die ons samen met de lockdown gratis op de nek wordt geduwd. Dat nieuwe ritme bevalt me zeer. Ik lever geen grote creaties af. Ik leef wel een pak intenser en kom dichter bij mezelf. Laat dat een kathedraalgroot cliché zijn; ik geniet er enorm van. Laat ons zeggen dat ik nu meer tijd maak om te wandelen, te wandelen en te wandelen. Ik loop geregeld Klein Zwitserland en de route rond de fortvijver af. In de toegelaten richting. Dat komt ongetwijfeld ook mijn schrijven ten goede.

P-C: Heeft de Corona-crisis jou al geïnspireerd tot een gedicht of denk je dat dat in de toekomst nog het geval zal zijn?

AVD: Zeker. Er zitten ook nog kiemen klaar tot de tijd rijp is. Volgend (voorlees-)gedicht verkocht ik als Dichter van Wacht meermaals aan geinteresseerde bellers.

1.

wat ik vandaag niet heb gedaan

ik heb vandaag niet gebumperkleefd, de A12 niet luidkeels
verwenst, mijn neus niet opgetrokken naar de inhoud
van mijn brooddoos, mijn stagiair niet als een hond behandeld

ik heb vandaag geen ontmoeting gehad met een samengeschoolde arbeider
ik heb de 15 niet gemist, niet zwartgereden, op de tram mijn plaats
niet aan een oud moedertje afgestaan

ik heb vandaag geen file naar de kust veroorzaakt, geen strand bevuild
geen vijfgangenmenu naar binnen gewerkt
ik heb geen nachttrein naar Parijs genomen

ik heb vandaag geen 36 spiegelbeelden scheef bekeken
in de pashokjes op de Meir, bij de acupuncturist heb ik in gedachten
geen voodoopopje vol spelden geprikt

ik ben vandaag niet haastig binnengesprongen in de Colruyt,
op weg naar bewustzijn niet in slaap gevallen op mijn yogamatje,
bij Eetcafé José heb ik tot op geen enkele diepte in geen enkel glas gekeken

 

2.

wat ik vandaag wel heb gedaan

ik heb vandaag mijn zoontje van zeven leren fluiten
vastgesteld dat op de fortvijver drie van de vier meerkoetkuikens
in één nacht zijn verdwenen. een snoek? corona?

ik heb vandaag bedacht dat corona in een ander sterrenstelsel
een mooie meisjesnaam zou zijn. ik heb mijn vriendin
in de p-taal mijpijn lipiefdepe verklaard

ik heb vandaag geluisterd naar de bodemtaal van mijn buik
de jungle in mijn linkerhersenhelft opgeruimd, de ramen
in de kamers van mijn hart wijd opengezet

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in Corona-quarantaine?

Oog van Eva Gerlach moest ik absoluut hebben nadat ik 'Veld' (postergedicht Herman de Coninckprijs) had gelezen. Ik kocht recent ook het nieuwe Levenslust van Joke van Leeuwen en het oudere Alles bij elkaar van Joris Iven.

Tags: Interview, Lockdown-serie