Foto: Paul Vergauwe

26.08.2019

De zomer van ... Paul Bogaert

Voor vele mensen is de zomer synoniem van vakantie, terrasjes, reizen, … Zou dat voor dichters ook zo zijn of is de zomer voor hen net een druk seizoen met festivals en optredens? In de reeks “De zomer van …” vraagt Poëzie-Centraal tijdens de maand augustus een aantal dichters naar hun zomer-activiteiten.

Vandaag is het de beurt aan Paul Bogaert. Paul Bogaert debuteerde in 1996 met de bundel Welkom hygiëne. Hij won hiermee direct de Prijs Letterkunde van de Provincie Vlaams-Brabant. Later volgende onder meer nog Circulaire systemen (2002), AUB (2006), De slalom soft (2009), Ons verlangen (2013) en zijn meest recente bundel Zo kan het niet langer (2018). In 2008 schreef hij in opdracht van het Vlaams Fonds voor de Letteren ook het Gedichtendagessay Verwondingen. Het werk van Paul Bogaert werd meermaals bekroond met onder meer de Herman de Coninck-prijs en de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap. Paul Bogaert experimenteert ook graag met bewegend beeld en op zijn website vind je verschillende voorbeelden van zijn poëziefilmpjes.

Paul Bogaert beantwoordde de vragen zoals het een dichter betaamt ... met gedichten.

P-C: Is de zomer een drukke periode voor jou? Lees je voor op festivals of dobber je gewoon ergens rond in een roze plastic flamingo?

Men stelt zich voor in een circuit,
in een foyer, iets paradijselijks
met tapis-plain en hier en daar een vis.
Niet op een steile mentale tribune!
In elk cv-model verarmt
de waterloop en klinkt er
na een tijd repetitief getik
dat de zenuwen verhit.
Dat wie dat hier een lacune vindt,
daar inspringt.

Uit: Circulaire systemen

P-C: Heb je in de zomer ook nog tijd om te schrijven of gaat je poëtische brein even  op slot?

Sluit af met
ik meen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Ga langs de achterdeur. Die valt
vanzelf in het slot.

Ga dan toch lekker
een bosbad nemen of met iemand
uit de wabi-sabi-lobby lekker vrijen in de zon
of een lekker gedicht daarover schrijven
in een witte foert. Met binnen handbereik
een multipack vederlichte
woehahaha’s.

Morgen dus.
Hoe moeilijk kan dat zijn.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Uit: Zo kan het niet langer.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in de reiskoffer?

Dit gedicht van Hugo Claus volstaat:

Hecate spreekt vi

De handstand is aan mij besteed.
Reet in de lucht, op gehavende polsen.
Te heet om te huilen,
en lachen vermoeit.

Blauw van het blazen
steun ik op de aarde
en voorwaar het lijkt
alsof ik zo zou kunnen verrijzen,

[...] [Het volledige gedicht kan je lezen op DBNL.org, zoals overgenomen uit Septentrion, jg.22]

Uit: ‘Gedichten 1969-1978’.

Tags: Interview