Foto: Jo Clauwaert

23.08.2019

De zomer van ... Peter Holvoet-Hanssen

Voor vele mensen is de zomer synoniem van vakantie, terrasjes, reizen, … Zou dat voor dichters ook zo zijn of is de zomer voor hen net een druk seizoen met festivals en optredens? In de reeks “De zomer van …” vraagt Poëzie-Centraal tijdens de maand augustus een aantal dichters naar hun zomer-activiteiten.

Vandaag is het de beurt aan Peter Holvoet-Hanssen. Peter Holvoet-Hanssen debuteerde in 1998 met de bundel Dwangbuis van Houdini. Dat debuut bleek naderhand ook een deel te zijn van een vijfdelige reeks, De Reis naar inframundo.In 2016 verscheen de bundel Gedichten voor de kleine reus, dat meteen ook het eerste deel was van een nieuwe reeks Liedboek voor de grote reus. In 2018 verscheen het tweede deel van die reeks, Blauwboek. Het werk van Peter Holvoet-Hanssen werd meermaals bekroond met onder meer de  Paul Snoek-Prijs, de Louis Paul Boon-Prijs, de Driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap. Hij was ook stadsdichter van Antwerpen van 2010 tot 2012.

P-C: Is de zomer een drukke periode voor jou? Lees je voor op festivals of dobber je gewoon ergens rond in een roze plastic flamingo?

PHH: Het is de eerste zomer in 25 jaar waarbij ik echt op de rem duw omdat ik afgelopen schooljaar weer te veel hooiWAGENS op de vork nam doch met overigens uiterst boeiende projecten zoals Bloedtest - de geest blijft jong maar het lichaam kreunt... Augustus zou ik eindelijk weer aan schrijven moeten toekomen (ik verdiep me momenteel in de figuur van Eurydice en werk verder aan mijn 'Goleman'-bundel die moet verschijnen als ik 60 lentes tel). Toch onderbreek ik mijn schrijfretraites voor optredens in Oostende ('Sint-Pauluskleintje' bij 't Kroegske) met het sociaal-artistieke Vrijhaven-project (16/8), 17/8 neem ik volwassenen en daarna kinderen op sleeptouw met mijn ex-Gedichtendagessay-nu-sporentocht, Het Land van Music-Hall, te Genk (Zin in zomer) en 31/8 namiddags is er weer een Tuin der Poëten-treffen temidden het laatste groen van Antwerpen-Centrum ('den Botaniek') met studenten van de SchrijversAcademlie te gast. Heel af en toe drijf ik op het water, niet op een roze flamingo maar op de watermeloen van mijn dochter Anna Roza...

P-C: Heb je in de zomer ook nog tijd om te schrijven of gaat je poëtische brein even  op slot?

PHH: Mijn poëtische brein kàn niet op slot. Dag en nacht, op trein of al fietsend, blijft het broeden; slapeloosheid hoort er bij: alles voor de onder- en tegenstroom van de poëzie!

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in de reiskoffer?

Ik verdiep mij in het buitengewone werk van de nobele onbekende maar fantastische ontdekkingsreiziger Arjan Simons, lees orfische hymnen, laaf mij aan 'L'eau et les Rêves' van Gaston Bachelard...; verzen van collega's schuif ik voor me uit tijdens het schrijven tot half september, maar ik kijk zeer uit naar het debuut van Merve Önder en ook naar de nieuwe bundel van Shari Van Goethem, die laatste ontvangt trouwens de Driejaarlijkse Debuutprijs van Het Kapersnest ter waarde van een hoogst zeldzame scheepsmuziek-sneeuwbol.

 

Tags: Interview