Foto: MaelstrÖm reEvolution

12.02.2020

Poëzie in de klas: een interview met Dirk Terryn over het project 'Luchten leren lezen'

¨Tijdens de Poëzieweek 2020 werd het project Luchten leren lezen gelanceerd. Luchten leren lezen bestaat uit een didactische bundel met een gelijknamige kleine bloemlezing uit het werk van vier dichters Radna Fabias, Carmien Michels, Tom Lanoye en Ilja Leonard Pfeijffer.

De vijftien lessen met luisteropdracht/videofragmenten en poëzielessen werden volledig uitgewerkt met een handleiding met modelantwoorden, infokaders en toelichtingen voor leerkrachten Nederlands van de derde graad aso, tso en bso.

De lesbundel staat nu integraal online op poeziecentrum.be en op cultuurkuur.be

Luchten leren lezen is een project van CANON Cultuurcel en Poëziecentrum i.s.m. Scholen Da Vinci (GO! Sint-Niklaas). Poëzie-Centraal ging langs bij Dirk Terryn, coördinator van CANON Cultuurcel, voor een aangename babbel over het project.

P-C:  Luchten leren lezen is een project dat poëzie in het onderwijs wil promoten. Is het noodzakelijk om jongeren in het onderwijs in contact te brengen met poëzie? Wat houdt het project precies in?

DT: Poëzieonderwijs is zeer belangrijk, in alle richtingen. Het is enerzijds de bekroning van stevig taalonderwijs en anderzijds raken gedichten vaak  de fundamenten van de betekenisgeving. Ze gaan over dingen ‘die ertoe doen’: leven en dood, liefde en afscheid, verwondering en twijfel… De titel Luchten leren lezen roept bij mij de verbeeldingswereld op (als kind naar de wolken kijken en er van alles in ontdekken), maar tegelijkertijd ook inzicht krijgen in die wereld van witruimte.

P-C: Het project richt zich specifiek op de derde graad secundair onderwijs. Is er een groot verschil met de manier waarop er les gegeven wordt over poëzie in de eerste en tweede graad?

DT: Vanuit de blik die ik heb, is er vooral verschil in de aandacht voor poëzie bij elke individuele leerkracht. Mijn kinderen kregen in het secundair onderwijs veel gedichten maar soms ook helemaal geen poëzie. De verschillen tussen de leerkrachten onderling bleken enorm. In de eerste graad ligt de focus sterk op de beleving maar worden de cognitieve inzichten van de 12-14 jarigen vaak onderschat. In de derde graad ligt de focus dan weer vaak op analyse. Leerplannen leggen ook vaak die nadruk. De beleving van poëzie is nochtans ook belangrijk: in de wereld van het gedicht valt er vaak zoveel meer te ontdekken dan technische kenmerken.

P-C: Luchten leren lezen bevat poëzielessen over het werk van Tom Lanoye, Ilja Leonard Pfeijffer, Radna Fabias en Carmien Michels. De eerste twee zijn gevestigde namen met een lange staat van dienst. Radna en Carmien staan nog in een vroeger stadium van hun carrière. Was het een bewuste keuze om die twee groepen op te nemen? Is het belangrijk dat leerlingen kennis maken met dichters die al min of meer tot de canon behoren én met jonge dichters?

DT: Een mooi mix toch? Gevestigde waarden en jonge stemmen. De eerste zorgen voor het fundament: poëzie is van alle tijden. Twee stemmen met een grote staat van dienst en sterke zichtbaarheid. De laatste namen zorgen voor de frisse wind en de herkenbaarheid:  jonge mensen vinden in poëzie een uitlaatklep om iets over hun wereld te ontdekken en te vertellen. Luchten leren lezen ‘maakt’ bovendien bruggen naar niet-taalvakken: per dichter wordt een les voorzien die in het kader van burgerschaps- en/of filosofieonderwijs kan worden gegeven.

P-C: CANON Cultuurcel bestaat dit jaar 25 jaar en vast is Luchten leren lezen niet het enige poëzieproject dat jullie in al die jaren gerealiseerd hebben. Zijn er andere poëzie-projecten waar je warme herinneringen aan bewaart?

DT: CANON Cultuurcel realiseerde in haar eerste tien jaar wel wat ad hoc poëzieprojecten. Daar waren enkele heel boeiende bij. Ik denk aan Vingeroefeningen, een publicatie rond creatief schrijven met auteurs als Marita De Sterck en Daniel Billiet. Helemaal in het begin realiseerde Guido Lauwaert een grafisch project rond Paul Van Ostaijen op school. Dat was in 1996, geloof ik, in co-productie met Poëziecentrum. Ik herinner me ook een groot project met de NMBS, met posters vol poëzie in de stations.

De laatste jaren werken we louter in partnerschap. Voor poëzie is dit voornamelijk met Poëziecentrum als unieke partner. Zo samenwerkingen geven kans om te groeien en expertise te verduurzamen. Denk maar aan de poëziesterren: een actie die voorzichtig startte met 8000 leerlingen en nu de 50.000 ruim zal overstijgen.

P-C: Wat brengt de toekomst? Worden er ook nog lessen gemaakt voor de andere graden? Heb je nog een grote (poëzie)droom die je zou willen realiseren?

DT: CANON Cultuurcel geeft normaal geen opdracht om lesmateriaal te ontwikkelen. We verwijzen hiervoor graag naar onze collega’s van KlasCement of naar de inspanningen in leermethodes Nederlands. Luchten leren lezen is echter veel meer: de auteurs koppelen de inzichten van de cultuurtheorie Cultuur in de Spiegel aan goed poëzieonderwijs. De kans om vanuit leerdoelen poëzie ook te werken aan cultureel bewustzijn wilden we niet laten schieten.

Op dit moment zijn we volop aan de slag om de bundels te kiezen voor de Gouden Poëziemedaille en een selectie van recente gedichten te maken voor de grootste publieksprijs van de Lage Landen. De poëziesterren wordt binnenkort door meer dan 50.000 kinderen uit het basisonderwijs uitgereikt. De favoriete gedichten komen op poster en daar worden dan weer lessen bij ontwikkeld.

Mijn droom: poëzie met jullie verder op de kaart zetten van het Vlaams onderwijs. Aandacht en belangstelling wekken voor de grote meesters én voor nieuw talent. Stimuleren om tijd te maken om elke dag met een gedicht te beginnen. En de vraag ‘Wat bedoelt de dichter?’ ruilen voor een tweede en derde lezing van een gedicht… hardop… veel interessanter!

Heb je interesse in of vragen over het project Luchten leren lezen? Neem dan contact op met Sieglinde Vanhaezebrouck.

Tags: Interview, Onderwijs, Poëzielessen