De Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, een stimuleringsprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, is toegekend aan J.V. Neylen voor haar poëziedebuut ‘En niet bij machte’.
Deze in 1925 ingestelde prijs is een ‘stimuleringsprijs’. Hij wordt ieder jaar uitgereikt, afwisselend in de categorieën poëzie en proza, aan een schrijver van wie in de voorgaande jaren haar/zijn eerste of eerste twee publicaties zijn verschenen.
De jury (bestaande uit Pia de Jong, Kester Freriks (voorzitter), Yves T’Sjoen, Hanneke van Eijken en Lies Van Gasse ) was vol lof: “De bundel is een rijk debuut. De juryleden zijn met name getroffen door rake zinnen, zoals ‘ik schudde de takken uit mijn hoofd, nam een blad en sneed de dag opnieuw aan stukken – hoe grandioos ik hem beginnen zou’ en ‘de mist die in mijn keel is gezakt’. Niet bij machte is beslist anders dan alle andere ingestuurde bundels en biedt een heel ander geluid dan wat je meestal in de hedendaagse poëzieproductie leest. De tekst is ook gedurfd: in een soort bewuste ouderwetsheid bouwt de dichter een poëtische wereld op, met opvallende aandacht voor de taal zelf. J.V.Neylen heeft in haar debuut al meteen een patent op een eigenzinnig beeldarsenaal.”
Eerdere laureaten van de Van der Hoogtprijs (poëzie) zijn onder meer Mieke van Zonneveld, Idwer de la Parra, Hanneke van Eijken, Kira Wuck, Lieke Marsman, Ester Naomi Perquin, Thomas Möhlmann, Micha Hamel, Geert Buelens, René Puthaar, Erik Menkveld, Piet Gerbrandy, Peter Ghyssaert, Anna Enquist, Eva Gerlach, H.C. ten Berge, Christine D’haen, Leo Vroman, Ida G.M. Gerhardt, M. Vasalis, H. Marsman en J. Slauerhoff.