Slagwerk. Kleine coronasuite

Mark Meekers

2020, ARTsenicum

Gedichten geschreven naar aanleiding van en tijdens de Corona-pandemie van 2020

42 pagina's

Uit de volière van mijn hart

Mark Meekers

2018, ARTsenicum

Meekers heeft nagelaten om zijn neo-experimentele verzen uit de sixties en de seventies te publiceren maar een halve eeuw later maakt hij deze nalatigheid goed. (…) Zijn volièrevogels hebben vele kleuren: romantisch getint als ze de natuur bezingen, maar soms ook bijtend met de ironie en het sarcasme van de cartoonist. De chansonnier legt er zijn ritme in. In het sterk visuele en beeldende karakter, vinden we de kunstschilder terug.

Op een vrij traditionele inzet volgt een neo-experimentele periode, waarbij alle registers worden opengetrokken: magische en surrealistische accenten, associaties, evocaties, snippers automatisch schrift, repetitieve poëzie, klankgedichten en zoveel meer. Het wordt een taaldronken feest van metaforen en speelse woordserpentines. Vanaf 1975 komt er meer versobering en wordt de behoefte om de inhoud directer weer te geven dwingender. (Flaptekst)

- Het zijn gedichten die raken, beroeren, strelen, kwetsen, shockeren, ontroeren, en vooral in relatie treden tot de lezer. Van meet af aan focust de dichter op beeld en klank! In elke bundel zie je dat beeldende groeien en neemt ook het filosofische gehalte toe. De mensen en dingen die Meekers beschrijft krijgen meer vorm en kleur en de taal wordt rijper. Een uiterst mooie bundeling die elke poëzieliefhebber zal boeien. (André Oyen in: Lezers  tippen lezers)

- Ik ben van mening dat zijn werk (…) in Vlaanderen en Nederland onvoldoende weerklank heeft gevonden. In deze sterk retorische poëzie is af en toe een aanzet merkbaar van de grote thema’s die de klassieke Meekers graag bespeelt: de samenhang tussen woord en beeld, klank en betekenis, en vooral, de complexe grammatica van het licht. (Yvan de Maesschalck in: MappaLibri)

270 pagina's

Bodemloos blauw

Mark Meekers

2016, Uitgeverij P

Meekers’ gedichten werpen een unieke blik op Chagalls bestaan en kunst, de blik van de dichter én de schilder. De grenzen tussen poëzie en beeld vervagen: ieder gedicht vertaalt in een beeldrijk verhaal het wezenlijke van Chagalls schilderijen. Elke emotie wordt meesterlijk beschreven, elk motief woord voor woord uitgewerkt. De felle kleuren worden nog intenser door de suggestieve kracht van het woord, ieder mysterieus beeld krijgt zijn eigen verhaal. ‘Enkel God was burlesker toen hij zijn wereld schiep’, Meekers is de meester van de metafoor. De diepe betekenis van zijn stralende woorden stelt Chagalls werk en leven in een nieuw licht. (Flaptekst)

- Ingenieus, heel gevoelvol en haast ontroerend vind ik hoe Meekers aan het slot van zijn poëtisch relaas over Chagall in zijn gedicht ‘Salto Vitale’  de oude schilder laat terugdenken aan zijn kinderjaren. Anders dan in het begin van de bundel waar de thema’s uit zijn jeugd zoals ‘het dorp, de dieren en de dorpelingen’ tot schilderijen werden uitgewerkt. Hier is het een teruggaan in de tijd, soms nostalgisch, soms verfrissend met de comprimerende blik van een oude man die zijn jeugd samenvat, maar alleszins een flashback die hier heel filmisch aandoet… Wellicht meest kleurrijke bundel van Meekers tot nog toe. (Johan van Cauwenberge, introductietekst)

- Ik vind het een grootse poging om vanuit een grote liefde voor, kennis van en zelfs op sommige punten identificatie met Chagall een dergelijk consistent werk te schrijven. Ik herhaal dat ik tot deze conclusie kwam na beeld en tekst naast elkaar gelegd te hebben. (Hans Franse in Meander Magazine)

 

128 pagina's

Alleen in een lied kan ik wonen

Mark Meekers

2016, Concept

Meekers / Rademakers trok een breed spectrum aan thema’s open, zegde wat hem stoorde in de maatschappij, het dagelijks leven, de condition humaine, de kunst, maar stak ook een kaarsvlammetje in de duisternis aan. Hij liet zich niet beïnvloeden, wees renderende uitnodigingen van platenboeren of recensenten (Anthierens) af om in alle authenticiteit ‘his way’ te gaan. (Inleiding)

 

- Een wat minder bekend facet van Rademakers’ / Meekers carrière is dat toen hij nog jong en baardloos was jarenlang optrad als chansonnier. In de jaren vijftig en de vroege jaren zestig schreef en zong hij talloze liedjes. 'Alleen in een lied kan ik wonen' biedt de liefhebber niet alleen de kans al die oude teksten nog eens terug te lezen, hij kan er zelfs naar luisteren vermits de uitgever aan het boek een compact disc toevoegde met daarop een aantal geluidsopnamen van optredens van Marcel/Mark. Stilistische doet de muzikale Rademakers/Meekers wat denken aan Jaap Fischer en de jonge Boudewijn de Groot. Al met al een zeer leuke aanvulling van ’s mans bibliografie.” (Bert Bevers in De Auteur)

- In zo’n omvangrijk oeuvre vind je natuurlijk veel meer dan protestsongs. Meekers bezingt het platteland op een weemoedige manier en toont zich daarmee verwant aan chansonniers als Jacques Brel en Ede Staal. Ook de stad is een bron van inspiratie, met name Antwerpen: ‘Ach, mijn stad, mijn stad, Sinjorenstad, / Havenstad, wonderstad’. Misschien komt het er opnieuw van als Antwerpen hem de functie van stadstroubadour aanbiedt. (Hans Puper in Meandermagazine, signalementen)

168 pagina's

Salto Vitale

Mark Meekers

2014, Uitgeverij P

Salto Vitale brengt een selectie uit vijftien bundels en dertig jaar poëzie. Meekers hanteert een indrukwekkend creatief taalgebruik en beklijvende beelden in een vernuftig taalspel. Zijn belangrijkste thema’s zijn: de natuur, het existentiële, kunst en kunstenaars als Rembrandt, Van Gogh, Gauguin, Rops, e.a. (Flaptekst)

- Gaandeweg verwerft de dichter een zeker meesterschap over ritme, klank, enjambementen (…) Het is bijgevolg geen toeval dat Meekers zichzelf samen met Hugo Claus ‘de meest bekroonde Vlaamse dichter’ mag noemen (…) Meekers weet met scherpe observaties en enkele details een heel panorama op te roepen, een beeldend vermogen dat veel collega’s hem mogen benijden. Ook qua metaforiek is Meekers trefzeker; beelden vervullen in veel van zijn verzen een cruciale rol. (…) Dit boek is een staalkaart van Meekers’ poëzie, en de klemtoon ligt daarbij op de gulzigheid en de vitaliteit die dat werk uitstraalt: de titel van de verzamelbundel is niet minder dan een artistiek en literair programma (…) Een mooie uitgave, die een verdienstelijk dichter terecht opnieuw voor het voetlicht wil brengen. (Dirk de Geest in MappaLibri)

 

- Stuk voor stuk prachtige , ijzersterke gedichten! Verrassende beelden, fraaie vondsten. Zo kan ik door blijven gaan… Hij had vet in de Dikke Komrij moeten staan! En in al die andere. Vooral de beeldgedichten vind ik krachtig en wonderschoon. Ik ben onder de indruk van de zeggingskracht, technisch vernuft en inlevingsvermogen. Hij grossiert in verrassende metaforen, taalvondsten, ik stop. Ik vind hem gewoon een heel goede dichter.” (Juliën Holtrigter)

192 pagina's

Oorsteentjes

Mark Meekers

2013, Demer Uitgeverij

Oorsteentjes bevat een uitgebreide inleiding en vijfhonderd flinterverzen (haiku / senruy): pittige, humoristische, puntig geobserveerde, diepzinnige kleengedichten. Ze kunnen de aanzet vormen tot een langer uitgesponnen tekst, maar ook gewoon blijven hangen als een kristal zonder de luchter. Deze gedichtjes wegen misschien meer dan de doorsnee-lezer denkt. In overeen- stemming met de essays in “Hink-stap-sprong”, tracht ik de Japanse kimono uit te trekken en er een Europese mouw aan te passen. (Introductietekst)

- Na het lezen van de bijzondere interessante essaybundel en de haikubundel van Mark zelf, kan ik meer appreciatie voor het genre opbrengen (…) Voor de lezers die Hink-stap-sprong niet gelezen hebben zou ik zeker aanraden om het voorwoord van Oorsteentjes te lezen, want daardoor ga je de Haiku toch wel heel anders bekijken en dat is in dit geval toch wel een enorme verrijking. (André Oyen in: Ansiel, Andere Sinema, Literatuur)

- Mark Meekers kijkt naar mensen en ontleedt ze. Met de nodige humor weet hij ons te plezieren (…) Men neemt de bundel in de hand, slaat hem open en leest enkele verzen. Maar al vlug bij je staan bij een tekst die jou echt aanspreekt. Dat is de kracht van haiku: met enkele woorden u doen nadenken, mediteren over wat de auteur heeft willen zeggen (…) De haikudichter kijkt naar de dingen rondom hem met een andere bril. Hij ziet, ervaart de schoonheid rondom en verwoordt ze. Hij suggereert in de haiku zodat de lezer zelf het beeld kan oproepen en ervan genieten. (Ferre Denis in Vuursteen, De Auteur en De VVL-Boekhouding)

 

 

 

100 pagina's

Land van stand

Mark Meekers

2009, Provincie Vlaams-Brabant

Mark Meekers schreef de gedichten op vraag van de provincie. Deze gedichten gaan over het verleden, heden en toekomst van Brabant. De bundel wordt gepresenteerd door vier bekende Vlaams-Brabanders, de dichter zelf, provinciegouverneur Lodewijk De Witte, TV-presentatrice Frieda Van Wijck en rockartiest Guy Swinnen, die een solo mini-concert zal geven. (cdenv-vlaams-brabant.be)

- Een poëtische lofzang, een reflectie, een bezinning, een projectie, een terugblik, een vooruitblik, een knipoog. Een eigentijdse hymne of volkslied, maar dan in een taal die eigentijdser, mooier en vreedzamer klinkt dan in hymnen doorgaan het geval is. (Frieda Van Wijck, introductietekst)

- Een poëtische krachttoer, een warme thuis van woorden, een eigen dichtbundel om in te wonen. Ik ben het erover eens dat cultureel ambassadeur Mark Meekers zijn opdracht om een poëtische lofzang op de provincie te componeren perfect heeft vervuld. (Gouverneur Lodewijk De Witte, inleiding)

- Ook in Land van Stand valt op hoe Meekers beschikt over een indrukwekkend creatief taalgebruik, over pakkende metaforen, een vernuftig taalspel, die nooit structuur van het gedicht disharmoniëren (…) Hier lees ik sterk geconcentreerde poëzie, met een zwangerheid van indrukken, korte anekdotes, innerlijkheid, overpeinzingen, invallen, gedachten, idealen, gevoelens, (dag)dromen. (…) De beeldspraak is verrassend, samenhangend en logisch. Dit kan alleen gezegd worden van grote dichters. De bundel bevat slechts hoogtepunten en dit levert de lezer een groot feest van herkenning op. (Thierry Deleu in De Geletterde Mens)

38 pagina's

Doelgericht

Mark Meekers

2009, Mijn Boek

Mark Meekers is de eerste dorpsdichter van Doel (2007-2009), de plaats die bedreigd wordt door de uitbreiding van de Antwerpse haven. De gedichten uit zijn 18-de bundel werden gelezen op poëzieavonden en concerten, prijkten mansgroot op de dijk en maakten deel uit van de ‘Gedenkweide’. Ze zijn geschreven met een gevoelige hand die niet gebonden is door ideologie of partijpolitiek. (Flaptekst)

- De volgende generaties zullen in dit werk kunnen lezen waarover het allemaal ging en juist dat maakt deze bundel zo menselijk, zo waardevol en zeg maar historisch. Een scharnierbundel van een bewogen tijd (…) Mark Meekers had genoeg ballen aan zijn lijf om in de eenzame woestijn dit onrecht aan te klagen. ‘Doelgericht’ is het bewijs dat machteloosheid en diep menselijk verdriet gelukkig toch nog tot gave poëzie kunnen leiden op voorwaarde dat een gedreven auteur achter de pen zit. Op voorwaarde dat een vakman de touwtjes in handen houdt. (Frank Decerf in Dighter)

- Het is een fameus verweerschrift met stuk voor stuk aanklagende en rebelse gedichten van deze non-conformist. De ‘prins’ van de Doel-dichters blijft alleszins Mark Meekers. De dichter spaart de verantwoordelijken niet, noch de minister(s), noch de slopers.” (Brederode in 't Pallieterke)

- En in die zin hebben de gedichten ook wel echt hun werk gedaan. In Doel zélf, in het straatbeeld. In het groot op borden of in het klein op de deuren van de verlaten huizen. Bij de Schelde vlak voor de bootwijding. Het heeft mensen wakker geschud. Schitterend, prachtig werk. (Jan Creve, Doel 2020)

59 pagina's

Over leven en overleven in Tanzania

Mark Meekers

2009, Bollé Bollé VZW

Met de opbrengst van de bundel werd de bouw van een middelbare school voor 450 Tanzaniaanse meisjes bekostigd.

Deze Afrika-gedichten beschrijven niet alleen anekdotisch het leven in Tanzania, maar gaan ook dieper in op tradities, opvattingen en levenswijze van de bevolking. Verschillende stammen worden raak beschreven, kinderen, scholen en ambachten komen aan bod. (…) Geen overdreven lyriek of pathetiek, ook geen doorgedreven realisme. De algemene toon blijft positief, zoals de plaatselijke bevolking in alle omstandigheden de moed erin houdt: “Hakuna matata”. (Introductietekst)

- Het mooiste dat ik in 2009 in handen kreeg. Wat een luxueuze bundel! Bijna te mooi om Over Leven en Overleven in Tanzania te gaan! (…) De poëzie van Mark Meekers in Over Leven en Overleven in Tanzania raakt mij, beroert mij, streelt, shockt, ontroert. De wijze waarop hij de volksstammen, hun kinderen, beschrijft, poëtisch omhult, hen mooi maakt, maakt indruk. (Thierry Deleu in De Geletterde Mens)

- De grote publieke belangstelling (die reeds bij de Afrika-bundel “Over leven en overleven” aan het licht kwam - de 1100 exemplaren werden op 7 weken verkocht -) toont aan dat er wel interesse is voor poëzie op voorwaarde dat de dichter zijn intellectuele pretentie aflegt, artistiek nutteloos en elitair hermetisme afschudt, pro Deo taalspelletjes niet naar de mond praat en ook in deze post-modernistische ontijd het engagement niet schuwt. (Paul Van Leeuwenkamp, Ballustrada)

88 pagina's

Ropsiennes

Mark Meekers

2009, Uitgeverij P

Rops' werk is vaak satanisch en pornografisch getint. Dit komt naar voor in de gedichten van Mark Meekers. Hij schrijft over zowel de lage, platvloerse als de hoge, verheven kant van het bestaan, wat culmineert in een treffend portret van een mensenleven. Meekers slaagt erin een speelse taal te combineren met trefzekere vormvastheid die nooit verveelt dankzij de steeds verrassende beelden. Hierdoor voert hij ons als geen ander mee naar een andere wereld, die van de kunstenaar. (Flaptekst)

- Het zal een plezier zijn te merken hoe dicht de dichter Rops op de huid zit, hoe scherp zijn pen de pen van de graficus natrekt en net als hij het papier te lijf te gaat om er zijn baldadige muze de eer aan te doen die haar naar hun beider zeggen zovele eeuwen is ontzegd. (Marc De Kesel, introductietekst)

- Wie de gelaagdheid van de menselijke ziel wil leren kennen, raad ik aan om de poëzie van deze dichter te lezen. (…) Introspectie, oog voor het wezenlijke detail, scherpzinnige observatie van de maskerade van het dagelijkse leven, dat alles overgoten met een vleugje cynisme en broodnodig relativeringsvermogen vindt u in het werk van Meekers… (Gerda de Preter / Tweebronnen)

- Wie ik hier zeker niet mag vergeten meer dan eervol te vermelden wegens uitermate succesvol is de dichter Mark Meekers. Als je nog twijfels mocht hebben over zijn grote capaciteiten, lees dan ‘Ropsiennes’, gepubliceerd bij Uitgeverij P. (Daniel Billiet in Creatief schrijven)

- De wonderlijke én prikkelend-erotische ‘Ropsiennes’ zijn weer van het beste dat er rond en over de grote kunstenaar is verschenen. (Brederode in 't Pallieterke).

55 pagina's

Orpheus in de haven. Gedichten bij leven en werk van kunstschilder Eugeen Van Mieghem (1875-1930)

Mark Meekers

2006, Eugeen van Mieghem Stichting

Het eerste exemplaar werd voorgesteld in NEW YORK op 28 april 2006 bij de vernissage van de tentoonstelling “Antwerp = America, Eugeen van Mieghem and the Emigrants of the Red Star Line”

- Mark Meekers bracht zijn jeugd door in het Antwerpse Sint-Andrieskwartier, ‘de parochie van de miserie’. Meekers deelt zijn sympathie voor de underdog met Van Mieghem. Het sociale onrecht in een klassenmaatschappij laat hem evenmin onberoerd. Meekers vertelt niet, maar toont en suggereert en nooit is dit vrijblijvend. Aan elk beeld kleeft een verhaal van menselijke kwetsbaarheid en verlangen waarvoor de lezer niet onverschillig blijft (…) Zijn poëzie geeft de lezer de gelegenheid om thuis te komen en weer te vertrekken met de ogen gericht op wat achter de einder ligt. Wat hij daar vindt, is niet met zekerheid te zeggen, maar het is licht en onuitwisbaar. Het blijft… (Gerda De Preter,  introductietekst)

- ‘Zoveel méér dan schone kunstjes’! Bij herlezing merk ik hoe ik almaar opnieuw door de beelden, de soms licht vervreemdende zinsconstructies en gedachtekronkels beet wordt genomen. In die 86 bladzijden lang aangehouden weelde “bij de vleet aan de vliet” is het goed toeven. Meekers geeft met zijn havenbundel een in onze Vlaamse nabije geschiedenis wortelende, concrete brok realiteit weer, maar spreekt zich als lichtzoeker in eenzelfde gebaar ook uit over de binnen- of zielenkant van de dingen. Via die prachtige, voor het eerst vrijgegeven tekeningen beleef je als lezer poëzie met een plastisch toetje. (Dirk Blockeel in Ambrozijn)

86 pagina's

Een adem van brons / Un souffle d'airain

Mark Meekers

2005, Uitgeverij P

Honderd jaar geleden overleed Constantin Meunier(1831-1905). Voor Mark Meekers de gelegenheid om hulde te brengen aan de grootste beeldhouwer die België ooit gekend heeft. De productiefste periode kende Meunier toen hij in Leuven aan de slag was. Tal van monumentale bronzen verlieten het achthoekige atelier aan de Kruidtuin. Een hebbeding voor elke kunstliefhebber. (Flaptekst)

- Mark Meekers is zowat de meest gelauwerde dichter in de Nederlandse letteren maar tegelijk blijft hij een nobele onbekende, voor het grote publiek maar eigenlijk ook voor de meeste recensenten (…) Meekers weet inderdaad hoe een behoorlijk vers eruitziet; hij heeft een meer dan gemiddelde aandacht voor ritme en klank, voor het treffende beeld, voor de suggestieve associaties in een strofe (…) Dat neemt echter niet weg dat deze Een adem van brons best intrigerende poëzie brengt. (Dirk De Geest in De Leeswolf)

- Ook nu werd de bundel een ‘koortsig feest van licht’ met indrukwekkende gedichten die doordringen tot de ziel van het kunstwerk… Vele gedichten grijpen je bij de keel. De beeldspraak is verrassend en virtuoos. Mark Meekers (her)beeldhouwt Meunier en roept tegelijk nieuwe beelden op. ‘Blind’ is het gedicht over een mijnpaard, bij het beeld ‘Vieux Cheval de mine’. Het is een verschrikkelijk mooi gedicht. Een striemende aanklacht op de mishandeling (nog steeds) van het dier. Een gedicht van alle tijden over een aspect van het (niet)mens zijn dat je beschaamd achterlaat en een krop in je keel jaagt. (Wim Menheer in Verba)

64 pagina's

Paradijskoorts

Mark Meekers

2002, Uitgeverij P

Gauguin (1848-1903) verbreekt in 1888 zijn vriendschap met Van Gogh en neemt het besluit de westerse maatschappij te ontvluchten. Tijdens twee reizen gaat hij op zoek naar het zondeloze Eden. In Tahiti vindt hij kortstondig het paradijs, maar op de Markiezeneilanden wordt hij door de realiteit fataal ontnuchterd. (Flaptekst)

- Ik wil mijn bewondering kwijt voor iets wat alleen in voortreffelijke beeldgedichten aan het licht komt. Ik doel hier op de levenswijsheid en zelfs de ethische bekommernis die Mark Meekers in en door zijn volgehouden dialoog met de schilder / met de schilderijen tot een geloofwaardige en pregnante verwoording weet te brengen. (Dirk Hanssens in: Concept)

- Een taalkracht, een uitzegging, woordgeworden licht en kleur die nergens haperen (...) Een bundel die af is. De eigen gebalde stijl, de structurele opbouw van het gedicht, de intrinsieke waarde van woord en beeld zijn kenmerkend. (Juryrapport van de Tweejaarlijkse Poëzieprijs van Merendree)

 

- De gedichten vertonen zonder uitzondering een boeiende gelaagdheid: soms zijn ze poëticaal, vaak evoceren ze het kunstenaarschap, bijna altijd gaan ze over de condition humaine. (…) Aanbevolen, niet het minst vanwege de fraai verzorgde uitgave. (Joop Leibbrand in Meander)

- Dit soort taalwonderlijk huwelijk maakt deze poëzie naar mijn bescheiden mening voor velen leesbaar. (...) Als ‘voyeur van het ongeziene’ belijdt Mark Meekers, allicht tegen beter weten in, een metafysische of religieuze wereld. (Jacob Baert in Ambrozijn)

64 pagina's

Feesten van licht

Mark Meekers

1999, Uitgeverij P

In zijn dertiende bundel beschrijft Mark Meekers het avontuur van het schilderen, zoals Rembrandt dat beleefde. (…) Het manuscript van Feesten van Licht werd reeds met de Driejaarlijkse Blanka Gijselenprijs bekroond. (Flaptekst)

- Meekers heldere gedichten trekken de aandacht, ontroeren door een trefzeker en economisch woordgebruik zonder versiering... Meekers beschrijft niet, hij gesticuleert met woorden. Zijn taal tast af, gaat op ontdekking én meerwaarde uit , interpreteert met een dubbele vakkennis, verzint en geeft bovendien zin én samenhang aan dat hele rijke en bizarre leven buiten de lijsten van de schilderijen. (Roger M.J.de Neef, juryrapport Blanka Gyselenprijs)

- Ronduit indrukwekkend vind ik Mark Meekers' nieuwe bundel... De gedichten zijn genoemd naar doeken van Rembrandt maar gaan veel verder dan het simpelweg beschrijven daarvan. Meekers slaagt erin iets wezenlijks toe te voegen. Volledig in onderkast (ik heb daar een zwak voor) weeft hij webben tussen vlammen en laat hij papavers vuurpelotons vormen, ongeloof uit hoofden wenen en vrouwen licht opdweilen. Een aanrader! (Bert Bevers in De houten gong)

- Meekers’ heldere gedichten trekken de aandacht, ontroeren door een trefzeker en economisch woordgebruik zonder versiering. Zijn taal tast af, gaat op ontdekking én meerwaarde uit, interpreteert met die dubbele vakkennis, verzint en geeft bovendien zin én samenhang (…) Meekers (is) een metafysische dichter. De gewone dingen gaan in zijn regels glanzen, alles straalt een beetje meer met die ‘legenda aurea’, het is magie!” (F. Van Campenhout in Verba)

64 pagina's

Een wijze van zien, een wijze van zijn

Mark Meekers

1996, Kunstenaarsboek, Linden -Liedekerke

Kunstenaarsboek,  bestaande uit 25 pagina's, gescheiden door velijnpapier, elk blad 30 x 42 cm., handgezet op Japans papier, kaft van Japans papier met opdruk van de titel.

- In het artistieke creatieproces is dit een nieuwe zienswijze, een nieuwe zegswijze, een typisch vrouwelijke expressievorm, die feminisme fundeert in de diepte. Zij levert hiermee een verruimende bijdrage tot de wereld van taal en beeld, die in hoofdzaak vanuit een mannelijke benaderingswijze, vanuit een fallisch zingevingspatroon opgebouwd is. Zij beantwoordt deze ‘fallische dominantie’ niet met vrouwelijke agressiviteit, maar met klinkende harmonie, waarvan de vrouw de ideale vertolkster kan zijn. Zij is geboeid door de verzoening der tegengestelden, die in de liefde de gaafste realisatie vindt. (Mark Meekers, Introductietekst bij de tentoonstelling van Frieda Lambregs in het Museum Van Humbeeck-Piron)

- De 'confrontatie' van dichter en schilder is uitgegroeid tot een gelijkaardigheid, een gelijkwaardigheid, een gelijke waardigheid”. (Annie Reniers)

25 pagina's

Laatste aanpassing: meer dan 3 jaar geleden.
Is dit auteursprofiel onvolledig? Gegevens aanvullen.