Foto: Archief auteur

21.04.2020

Aanstekelijke hoop: de lockdown van ... Peter Mangel Schots

[...]
Ik ben besmet met poëzie.
Onder mijn vingers broeit een lichte koorts,
waarmee ik je graag aan wil steken,
zo, met liefkozende lippen.

uit 'Een aanstekelijke hoop' - Carl Norac, 2e gedicht Dichter des Vaderlands 
Vertaling: Katelijne De Vuyst

De Corona-crisis stelt ons als maatschappij en als individu voor grote uitdagingen: Hoe organiseer ik mijn thuiswerk? Wat als ik economisch werkloos word? Hoe zorg ik voor een zinvolle tijdsbesteding voor mijn kinderen? Wat met vrienden en familieleden, ...

Ook dichters zijn mensen wier leven in een nieuwe realiteit is terecht gekomen. Wij vroegen een aantal van hen hoe zij dit alles ervaren. Aanstekelijke hoop wordt een serie met elke werkdag een aflevering. Een kort gesprek over de al dan niet poëtische werkelijkheid van vandaag.

Vandaag vertelt Peter Mangel Schots ons hoe zijn lockdown verloopt. Peter Mangel Schots is de nom de plume van Peter Mangelschots. De eerste is schrijver, dichter en schrijfdocent – de tweede is redacteur, journalist en vertaler.
Met de alom positief onthaalde dichtbundel We zijn er nog allemaal (Uitgeverij PoëzieCentrum) stapte hij in 2016 het wereldje van de letteren binnen.In december 2019 verscheen zijn tweede bundel, Synchroonliefde (Uitgeverij PoëzieCentrum). Hij werkt ondertussen aan een eerste roman en brengt zijn teksten met veel enthousiasme op het podium. Al is dat laatste in deze tijden helaas niet mogelijk.

 

P-C: Als je naast schrijven nog andere (beroeps)activiteiten hebt, dan moet je die wellicht nu reorganiseren. Welke impact heeft de huidige situatie op jouw werk?

PMS: Tot half april was er niet zoveel veranderd. Ik ben freelancer en werkte elke week sowieso al twee of drie dagen thuis. Dat werd vanaf half maart volledig thuiswerk. Maar op 15 april besloot het weekblad waar ik voor werk om drie maanden lang niet te verschijnen. Dat betekent dus drie maanden amper inkomsten, want ook de optredens en lezingen als auteur zijn helaas geschrapt. Dat is dubbel jammer, net nu ik met mijn tweede dichtbundel, Synchroonliefde, graag het podium op wilde.

P-C: Heb je nu meer tijd om te schrijven?

PMS: Dat is de komende weken wel de bedoeling, al zindert de onaangename verrassing van vorige week nog even na. Ik hield al een dagboek bij van deze periode en ik was ook de oorlogsdagboeken van mijn grootvader aan het overtypen, daar zet ik fragmenten van op Facebook. Ik zou die twee graag combineren in een roman. Maar de komende weken ga ik nu proberen verder te schrijven aan een roman die al in een vergevorderd stadium verkeert. Daarnaast coördineer ik mee de Gedichtenkrans, een project opgezet door Dichter des Vaderlands Carl Norac en VONK & Zonen. En ik ben enkele dagen Dichter van Wacht.

P-C: Heeft de Corona-crisis jou al geïnspireerd tot een gedicht of denk je dat dat in de toekomst nog het geval zal zijn?

PMS: Ik schreef voor de Gedichtenkrans een persoonlijk gedicht 'Stille witte kamer' op vraag van de nabestaanden van een overledene aan covid-19, en ook een algemeen gedicht 'Ik leen je mijn adem', dat mensen kunnen gebruiken bij een uitvaart als ze dat willen. Andere coronagedichten schrijf ik niet.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in Corona-quarantaine?

PMS: Het is erg moeilijk om er één te kiezen, dus ga ik voor het omvangrijke poëzietijdschrift Het Liegend Konijn, zodat ik een brede waaier aan gedichten kan lezen.

Tags: Interview, Lockdown-serie