Foto: Archief auteur

24.04.2020

Aanstekelijke hoop: de lockdown van ... Frederik Lucien De Laere

[...]
Ik ben besmet met poëzie.
Onder mijn vingers broeit een lichte koorts,
waarmee ik je graag aan wil steken,
zo, met liefkozende lippen.

uit 'Een aanstekelijke hoop' - Carl Norac, 2e gedicht Dichter des Vaderlands 
Vertaling: Katelijne De Vuyst

De Corona-crisis stelt ons als maatschappij en als individu voor grote uitdagingen: Hoe organiseer ik mijn thuiswerk? Wat als ik economisch werkloos word? Hoe zorg ik voor een zinvolle tijdsbesteding voor mijn kinderen? Wat met vrienden en familieleden, ...

Ook dichters zijn mensen wier leven in een nieuwe realiteit is terecht gekomen. Wij vroegen een aantal van hen hoe zij dit alles ervaren. Aanstekelijke hoop wordt een serie met elke werkdag een aflevering. Een kort gesprek over de al dan niet poëtische werkelijkheid van vandaag.

Vandaag zijn we op bezoek bij Frederik Lucien De Laere. Frederik  publiceerde de dichtbundels Paniek in het Circus, De Martelgang en Secuur bij uitgeverij PoëzieCentrum. De bundels In uiterste staat en Opabinia verschenen bij uitgeverij Vrijdag. Frederik Lucien De Laere was ook een van de stichtende leden van poëzie-collectief Het venijnig gebroed. Hij is een rasperformer die o.a. al te gast was op Theater aan Zee, Lowlands-festival, Dichter aan huis, Kunstenfestival Watou, Poetry International, Crossing Border.

P-C: Als je naast schrijven nog andere (beroeps)activiteiten hebt, dan moet je die wellicht nu reorganiseren. Welke impact heeft de huidige situatie op jouw werk?

FLDL: Ik probeer altijd te schrijven wanneer ik er behoefte aan heb, zoals een dier zijn behoefte vervult wanneer het er nood aan heeft. Mijn schrijfmomenten zijn niet zo getimed en georganiseerd, ik hecht ook groot belang aan spontaniteit. Dat was voor de lockdown ook al het geval.
Ik werk beroepshalve in de lerarenopleiding van de Hogeschool West-Vlaanderen, waar eertijds ook nog Paul De Wispelaere en Christine D'haen les gaven. Ik geef daar aardrijkskunde aan de bachelors secundair onderwijs. Het is fantastisch om samen met de studenten het systeem aarde en de menselijke impact erop te ontdekken, dit geeft ook voeding aan mijn dichterschap. Mijn werkkamer is mijn vaste stek om gedichten te schrijven, ik schrijf haast nooit ergens anders. Ik ben er omringd door o.a. mijn poëziebibliotheek, mijn stereo-installatie met oude platenspeler en bandopnemer, het schilderij 'Onze vrienden de deurwaarders' van J.M.H. Berckmans, een kaart van Belgisch Congo uit 1952, twee Japanse tekeningen en een schilderij met een Christushoofd.

P-C: Heb je nu meer tijd om te schrijven?

FLDL: Ik heb nu niet meer tijd dan anders, maar dat doet er niet toe. Er is een veelheid aan activiteiten, ik ben geen stilzittend type.

Die afwisseling doet mij net goed, zorgt voor een breed perspectief. Het is natuurlijk wel zo dat de poëzie een belangrijke plaats inneemt in mijn leven, ik voel het hoe langer hoe meer aan als een noodwendigheid. Ik ben er ook al ongeveer dertig jaar mee bezig hé.

P-C: Heeft de Corona-crisis jou al geïnspireerd tot een gedicht of denk je dat dat in de toekomst nog het geval zal zijn?

FLDL: Ik volg zoveel mogelijk de nieuwsberichten omtrent corona, het is evenwel niet eenvoudig om fake en niet-fake te onderscheiden. Ik heb het gevoel dat de werkelijkheid de fictie overtreft. Hallucinant en apocalyptisch! Ik heb het een tijd moeten laten bezinken voor ik erover kon schrijven, het is ongezien en overweldigend. Ik ben enkele weken geleden toch aan een verhaal begonnen, al kun je het eerder een 'kroniek' of 'relaas' noemen. Ik schrijf gewoon op wat er gebeurt.

Ik heb ook vastgesteld dat in mijn eerder gepubliceerde poëziebundels, zoals Paniek in het circus en Secuur gedichten voorkomen die naar de huidige toestand verwijzen. Mijn bundel Opabinia (uitgeverij Vrijdag, 2019) is een aanklacht (en wake-up call) tegen de verstoorde omgang van de mens met de natuur. De theatervoorstelling In uiterste staat, gebaseerd op de gedichten in de gelijknamige bundel, was een voorstelling over social distancing. Mijn gedichten krijgen hoe langer hoe meer een 'profetisch' karakter, en ik beschouw mezelf ook als een ziener.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in Corona-quarantaine?

FLDL: Gedoemde dichters - les poètes maudits, een bloemlezing samengesteld door Paul Rodenko en de bundel Zomerzot/Somersault van Miguel Declercq (die ik vlak voor de quarantaine in De Slegte in Rotterdam op de kop kon tikken).

Tags: Interview, Lockdown-serie