Foto: Archief auteur

04.05.2020

Aanstekelijke hoop: de lockdown van ... Kevin Amse

[...]
Ik ben besmet met poëzie.
Onder mijn vingers broeit een lichte koorts,
waarmee ik je graag aan wil steken,
zo, met liefkozende lippen.

uit 'Een aanstekelijke hoop' - Carl Norac, 2e gedicht Dichter des Vaderlands 
Vertaling: Katelijne De Vuyst

De Corona-crisis stelt ons als maatschappij en als individu voor grote uitdagingen: Hoe organiseer ik mijn thuiswerk? Wat als ik economisch werkloos word? Hoe zorg ik voor een zinvolle tijdsbesteding voor mijn kinderen? Wat met vrienden en familieleden, ...

Ook dichters zijn mensen wier leven in een nieuwe realiteit is terecht gekomen. Wij vroegen een aantal van hen hoe zij dit alles ervaren. Aanstekelijke hoop wordt een serie met elke werkdag een aflevering. Een kort gesprek over de al dan niet poëtische werkelijkheid van vandaag.

Vandaag leggen we ons oor te luisteren bij Kevin Amse. Kevin Amse (1989) is een papieren podiumdichter uit Gent. Hij publiceerde in de literaire tijdschriften Het Liegend Konijn en Deus Ex Machina en behaalde de Turing top 100. In 2016 won hij met het collectief Slambacht de Belgische teamslam. Hij stond vier keer in de finale van het Belgisch Kampioenschap Poetry Slam en werd er derde in 2017. Zowel in 2016 als in 2017 had hij gastoptredens op het Europees Kampioenschap Poetry Slam. In 2018 sloot hij dichtend De Zevende Dag af, meteen zijn debuut op de nationale televisie. In 2020 brengt hij de poetry slam EP Doorslaggevend uit.

P-C: Als je naast schrijven nog andere (beroeps)activiteiten hebt, dan moet je die wellicht nu reorganiseren. Welke impact heeft de huidige situatie op jouw werk?

KA: Mijn vrouw gaat nog naar kantoor, dus ik heb de keukentafel ingepalmd zodat ik opdrachten kan maken voor mijn leerlingen en voor mijn dochtertje kan zorgen. Ze is een fantastisch en levenslustig peutertje, volop bezig met het ontdekken van haar wereld. Tussendoor werk ik zoveel mogelijk aan mijn debuutbundel, die momenteel wordt gecoacht door Charlotte Van den Broeck en Annemarie Estor. 

P-C: Heb je nu meer tijd om te schrijven?

KA: Ik probeer te schrijven wanneer ik maar kan. Op school vind je me tijdens pauze’s vaak in mijn lokaal met mijn notitieboekje of laptop. Dat zet ik nu door tijdens de dutjes van mijn dochter en voor mij werkt dat goed. Het is lang geleden dat ik zoveel schreef in zo’n korte tijd.

P-C: Heeft de Corona-crisis jou al geïnspireerd tot een gedicht of denk je dat dat in de toekomst nog het geval zal zijn?

KA: Ja, toch wel. Toen ik op de eerste dag van de lockdown in mijn leeg klaslokaal zat, drong er zich een gedicht aan me op. Ik heb het meteen neergeschreven en, eenmaal thuisgekomen, er een video van gemaakt.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in Corona-quarantaine?

KA: Zoveel! Ik ben altijd in meerdere bundels tegelijkertijd bezig en heb nog een hele lijst af te werken. Gelukkig ligt een groot deel van die bundels in mijn boekenkast op me te wachten. Momenteel is dat de reeks Wereldpoëzie van De Morgen met onder andere Poesjkin, Neruda en Gorter.

Tags: Interview, Lockdown-serie