Foto: Paul Vergauwe

01.08.2019

De zomer van ... Akim A.J. Willems

Voor de meeste mensen is de zomer synoniem van vakantie, terrasjes, reizen, … Zou dat voor dichters ook zo zijn of is de zomer voor hen net een druk seizoen met festivals en optredens? In de reeks “De zomer van …” vraagt Poëzie-Centraal tijdens de maand augustus een aantal dichters naar hun zomer-activiteiten.

Akim A.J. Willems mag de spits afbijten. Hij debuteerde in 2019 met de bundel Op de rand van het zwijgen (Uitgeverij Vrijdag). Akim was stadsdichter van Bornem van 2012 tot 2014 en maakt ook deel uit van het losse samenwerkingsverband “10 op de Schaal van Dichter”.

P-C: Is de zomer een drukke periode voor jou? Lees je voor op festivals of dobber je gewoon ergens rond in een roze plastic flamingo?

AW: Ronddobberen en plastic flamingo’s zijn niet aan mij besteed. Ik houd niet zo van reizen en op vakantie gaan, doe ik slechts onder lichte dwang en vaak met tegenzin. De zomer is normaal iets rustiger dan de andere seizoenen in mijn agenda, maar in principe ga ik gewoon door met optreden. Hoewel ik een voltijdse job en twee schoolgaande zonen heb, leef ik niet volgens een tijdsindeling in werkdagen, weekenddagen en vakantiedagen. Mijn agenda is een groot continuüm van opeenvolgende niet-gecategoriseerde activiteiten en verplichtingen. Mijn poëziezomer begint de laatste 5 jaar telkens op de eerste zondag van juli, dan vindt Poëzie in de Pastorie – een poëziefestival dat ik organiseer en programmeer – plaats in Sint-Pieters-Rode waar ik woon. Verder treed ik sowieso ieder jaar ook op tijdens de Gentse Feesten bij Dichters in ’t Raam of, zoals dit jaar, op de zolder van ’t Poëziecentrum. Vorig jaar waren we met het Poëziebordeel ook een heel weekend aanwezig op Lowlands. Voor deze zomer staan er ook nog optredens op het Kunstenfestival in Watou en een vijfdaagse tournee door Nederland en Vlaanderen met de Poëziebus op de agenda (nvdr: op 10 augustus houdt de Poëziebus ook halt in Poëziecentrum).

P-C: Heb je in de zomer ook nog tijd om te schrijven of gaat je poëtische brein even  op slot?

AW: Ook het schrijven gaat gewoon verder; dat moet haast wel: ik kom te weinig naar mijn zin aan schrijven toe tussen de job, het gezin, het optreden en allerlei andere zaken die afleiden door. Bovendien schrijf ik verschrikkelijk traag; ik kan het mij niet permitteren om twee maanden niet te schrijven als ik mijn volgende bundel tegen de lente van 2021 in de boekenwinkels wil zien liggen. Om Op de rand van het zwijgen te schrijven, ben ik in 2017 en 2018 tien maanden deeltijds gaan werken; zo kon ik tenminste een beetje schrijftempo maken.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in de reiskoffer?

AW: Ik ben momenteel mijn koffer aan het pakken voor mijn trip met de Poëziebus volgende week en had vier bundels klaargelegd om mee te nemen:

  • “Rigor Mortis” van Michel Bartosik (Pink Editions & Productions; Antwerpen; 1980)
  • “Massastrandingen” van Moya De Feyter (Vrijdag; Antwerpen; 2019)
  • “Ik tape je een bed” van Mahlu Mertens (De Zeef; Gent; 2019)
  • “De P van winterslaap / Baah Baah Krakschaap” van Martijn Benders (De Kaneelfabriek; Udenhout; 2019)

Tags: Interview