Foto: Michiel Hendryckx

09.08.2019

De zomer van ... Roel Richelieu Van Londersele

Voor de meeste mensen is de zomer synoniem van vakantie, terrasjes, reizen, … Zou dat voor dichters ook zo zijn of is de zomer voor hen net een druk seizoen met festivals en optredens? In de reeks “De zomer van …” vraagt Poëzie-Centraal tijdens de maand augustus een aantal dichters naar hun zomer-activiteiten.

Vandaag is het de beurt aan Roel Richelieu Van Londersele. Van Londersele is dichter en romanschrijver. Hij was de eerste Gentse stadsdichter (2003-2004) en in 2010 werd hij  ook als Landschapsdichter aangesteld. Hij is, samen met Charles Ducal, redacteur van Het Gezeefde Gedicht en uitgever van debutanten met uitgeverij De Zeef. Hij won onder meer de Herman de Coninck Publieksprijs (2010) en de Melopee-Poëzieprijs (2012).

P-C: Is de zomer een drukke periode voor jou? Lees je voor op festivals of dobber je gewoon ergens rond in een roze plastic flamingo?

Deze zomer is een heel drukke periode. Na de uitgave van mijn roman Reis naar mijn vader draaien al mijn literaire activiteiten nu rond de poëzie.

Voor mijn uitgeverij De Zeef moeten de twee najaarsedities worden afgewerkt: De 100 beste gedichten van Paul Snoek en de debuutbundel van de Nijmeegse dichteres Rinske Kegel. Ik geef verder ook 2 feedbackdagen en er komt heel wat kijken bij de voorbereiding van de  uitgave van mijn eigen bundel Hopper op de heuvel, die een heel knappe vertaling heeft gekregen van de Londense topvertaler Paul Vincent. Een realisatie van Uitgeverij P.

P-C: Heb je in de zomer ook nog tijd om te schrijven of gaat je poëtische brein even  op slot?

Doordat ik net een nieuwe bundel klaar heb, las ik graag een adempauze in om de literaire batterijen rustig op te laden. Dat heeft in het verleden altijd positieve effecten gehad.

P-C: Welke dichtbundel mag er mee in de reiskoffer?

Ik was in juni in Berlijn en Menno Wigman zat in mijn koffer.

Tags: Interview